Dit is het vervolg op mijn vorige blog, deze lees je HIER.
Voordat ik naar Dex toe mag moet ik eerst douchen en plassen. Met trillende beentjes stap ik onder de douche, maar eenmaal eronder is het best lekker en daarna voel ik me meteen een heel stuk beter.
Na het douchen krijg ik eindelijk eten. Ik had alleen ontbeten en het was inmiddels 7 uur ’s avonds. Kipkerrie met rijst. Ik weet nu nog precies hoe het smaakte.
De verloskundige die mij helpt gaat ook even pauze houden en ik moet op haar wachten totdat ik naar Dex mag.
Die pauze lijkt wel 5 uur te duren. In werkelijkheid is dit denk ik een half uur tot 3 kwartier geweest. In die tussentijd is Rodney gelukkig al even terug gekomen en heeft me kort op de hoogte gebracht hoe het met Dex gaat, naar omstandigheden goed, THANK GOD.
We bellen nu ook onze ouders. Die schrikken zich rot. Alles is zo snel gegaan dat we ze nog helemaal niet gesproken hebben. Zij hebben geen idee dat we überhaupt in het ziekenhuis zijn en dat Dex geboren is. Daarna belt Rodney mijn baas. Ik zou de volgende dag namelijk gewoon moeten werken. Ik heb nog helemaal geen verlof, dat zou op 1 december pas ingaan.
Rond 20:00 uur mag ik dan eindelijk naar Dex toe.
Daar ligt hij, in een couveuse, aangesloten aan allerlei apparaten waarvan ik geen idee heb wat het precies was. Een slangetje in zijn mond, een apparaat op zijn neus, een infuus aan zijn arm en allerlei draden aan zijn kleine lijfje. Hartverscheurend. Nu zie ik ook pas hoe klein en dun hij is.
Als je net moeder bent geworden en je ziet je baby voor het eerst op deze manier, breekt dat je hart absoluut in 1000 stukjes…
Een half uurtje na de geboorte had hij toch moeite gekregen met zelfstandig ademhalen en moest hij geholpen worden door middel van CPAP (dit zorgt voor extra druk in de longen en ondersteunt en stimuleert hiermee de eigen ademhaling van de baby). Zo’n groot apparaat op zijn kleine gezichtje. Hij ligt aan een monitor waarop zijn ademhaling, hartslag en saturatie gemeten worden. Deze monitor wordt al heel snel je houvast in het ziekenhuis. Dagenlang heb ik ernaar gestaard.
We horen van de verpleging dat hij het ‘goed’ doet. Wat een opluchting!
Omdat ze niet weten waarom hij zo vroeg geboren is, geven ze hem uit voorzorg antibiotica. Mijn placenta wordt nog onderzocht en het kan zijn dat er bijvoorbeeld een infectie is in mijn lichaam. Zo’n infectie kan grote gevolgen hebben op een prematuur kindje dus daarom geven ze hem voor de zekerheid al antibiotica.
In het Ikazia ziekenhuis hebben ze couveusesuites, dat zijn ‘privé’kamers met 1 couveuse en 1 éénpersoonsbed, daardoor kunnen moeder en kind samen blijven. Ik kan 24/7 bij Dex blijven en slaap met hem op één kamer. Hij ligt niet in een zaal met andere baby’s in couveuses. Ik ben ZO dankbaar dat ik in een ziekenhuis ben bevallen waar dit mogelijk is. Ik moet er niet aan denken dat ik hem ’s nachts achter had moeten laten.
Mijn ouders zijn die avond rond 22:00 nog even snel langs gekomen. Eigenlijk mogen er maar 2 bezoekers per dag langskomen (waarvan Rodney al als 1 bezoeker gezien wordt), maar ze waren zo lief om een uitzondering te maken. Dat was heel fijn.
In de couveusesuite mag 1 ouder blijven slapen. Wat betekent dat Rodney naar huis moet. Daar heb ik (en hij trouwens ook) het erg moeilijk mee. We kunnen ons nog maar moeilijk beseffen wat er vandaag allemaal gebeurd is en nu moet hij ook nog weg. Rond 23:30 uur vertrekt hij.
De verpleging zegt dat ik wat moet proberen te slapen.
Ik blijf naar Dex kijken in de couveuse. Slapen gaat vannacht écht niet lukken…
Wordt vervolgd.